Het Klokhuis over Kindermishandeling

Zij vertelt over...

"Ik besefte niet dat dit kindermishandeling was. Ik wist niet beter. Pas later kwam het besef dat het niet klopte."


  • Ergste: “Toen ik zeven was, zorgde ik helemaal voor mezelf. Ik was dus al heel jong zelfstandig. Uiteindelijk zijn mijn ouders gescheiden. Er zijn veel erge ruzies geweest, en veel agressie. Mijn ouders sloegen elkaar echt in elkaar. Ik bemiddelde, als dertienjarig meisje. Ik pakte spullen op die gegooid werden en haalde ze letterlijk uit elkaar. Ik was getuige van huiselijk geweld.

    Na de scheiding raakte mijn moeder overspannen en dreigde mijn moeder dat ze ook zou weggaan. Ik was daar heel bang voor omdat ik dan alleen met mijn zusje en broertje zou achterblijven. De problemen werden dus steeds groter. Maar daar bleef het niet bij.

    Het werd nog erger. Ik verhuisde met mijn moeder, zusje en broertje en toen ben ik een paar jaar seksueel misbruikt door een buurman. Tegen mijn moeder zei ik niks. Hij dreigde hetzelfde bij mijn zusje te doen. Ik zei alleen: ‘hij knuffelt me overdreven.’ Maar daar werd niks mee gedaan. Uiteindelijk is het opgehouden doordat we weer zijn verhuisd. De buurman is later veroordeeld.”

  • Niet normaal: “Ik besefte niet dat dit kindermishandeling was. Ik wist niet beter. Pas later kwam het besef dat het niet klopte. Dat ik geen kind meer was. Dat recht is mij ontnomen.”
  • Signaal: “Ik ging me afzonderen, was een stil en dromerig meisje, op school ging het niet goed, maar niemand vroeg iets. Ik werd gezien als een raar meisje met een gehandicapt zusje. Ik werd gepest. Het had mij geholpen als het vroeg gesignaleerd was. Dat had een hoop ellende kunnen voorkomen. Familieleden, juffen en meesters voelden heus wel dat het niet pluis was bij ons thuis. Maar je hebt lef nodig om erover te praten.

    Als iemand in mijn omgeving het lef had gehad om in te grijpen, had dat erg geholpen. Dat mensen niet bedenken dat iedereen zou kunnen mishandelen, is denk ik een groot probleem. Het komt overal voor. Daarom vertel ik ook mijn verhaal. Allereerst vind ik het heel belangrijk dat iedereen weet dat kindermishandeling bestaat. Ik voelde me altijd heel erg alleen. Ik wist niet dat andere kinderen het ook konden meemaken. Dus ik vind het belangrijk dat ieder kind weet dat je niet alleen bent.”

  • Dit hielp haar: “Ik speelde graag buiten. In de natuur kon ik me weer een beetje opladen. Naar insecten en bloemen kijken. Dat gaf me rust. Daardoor heb ik het gered. Toen ik zestien was en alles voorbij was, besefte ik pas wat er allemaal in mijn leven is gebeurd. Ik ben toen depressief geworden. Ik kon er niet meteen over praten. Dat was te moeilijk. Nu praat ik wel met veel mensen over mijn ervaring, en dat doet me heel goed. Ik heb heel veel therapie gehad. Daar heb ik geleerd te praten en mensen aan te kijken. Dat kon ik daarvoor niet. Ik ga nog steeds naar een psycholoog. Ik krijg hulp om mijn trauma te werken.”