- Tip: “Mijn tip voor iedereen die dit leest is: niet te negatief denken en nooit de moed opgeven.”
- Dit hielp hem: “Bij ons thuis is een gezinsbegeleider gekomen. Hij hielp ons en heeft ervoor gezorgd dat we nu veel minder ruzies hebben. Ik treiter niet meer als mijn moeder boos is, maar ik loop weg. Ik heb geleerd dat ik geen grote mond meer moet geven, maar dat ik ook niets kan zeggen of naar mijn kamer kan gaan.
Daarnaast ben ik naar de naschoolse dagbehandeling gegaan. Ik heb daar therapie gekregen om te leren omgaan met mijn boosheid. Ik heb mezelf leren beheersen en geleerd met andere mensen samen te werken. Ook heb ik geleerd hoe ik met mijn zusje moet omgaan. Zonder ruzie en zonder haar te slaan. Ik ben nu lief voor mijn zusje.”
- Dit hielp zijn moeder: “Mijn moeder heeft ook hulp gehad. Mijn moeder is als kind zelf ook geslagen. Nu weet ze dat het niet normaal is om te slaan als je het even niet meer weet. Ze heeft geleerd dat slaan geen oplossing is en dat ze ook anders kan reageren. Nu gaat ze even naar buiten of belt ze iemand op als ze boos is en de neiging heeft een tik te geven. Ze heeft meer geduld, luistert beter naar mij en wordt minder vaak kwaad. Ook heeft mijn moeder tips gekregen voor in huis. Er is een schema gemaakt vanaf opstaan tot en met naar bed gaan. En er is een taakverdeling voor wie wat doet in huis.”
- Nu: “Het gaat nu goed met mij. Ik vind het leuk om naar vrienden te gaan en een beetje rond te hangen. Mijn hobby’s zijn korfballen en gamen. Ik zit op de havo en doe het goed op school. En thuis heb ik het naar mijn zin. Het gaat ook een stuk beter thuis. Het is veel fijner. We werken als een team. Met het hele gezin. We helpen elkaar.
Ik doe heel veel dingen thuis voor mijn moeder. Ik heb de achternaam van mijn stiefvader gekregen en hij heeft mijn naam op zijn arm laten tatoeëren. Op zijn andere arm staat de naam van mijn zusje. Ik vertel, samen met mijn moeder, mijn verhaal aan Het Klokhuis zodat andere mensen er iets aan hebben. Zodat anderen niet de zelfde fout maken en zien dat het kan goedkomen.”